Webdesign door Ontwerpbureau Twisted Stranger

Wij maken gebruik van cookies

Via onze website wordt een cookie geplaatst van het Amerikaanse bedrijf Google, als deel van de “Analytics”-dienst. Wij gebruiken deze dienst om bij te houden en rapportages te krijgen over hoe bezoekers de website gebruiken. Google kan deze informatie aan derden verschaffen indien Google hiertoe wettelijk wordt verplicht, of voor zover derden de informatie namens Google verwerken. Wij hebben hier geen invloed op. Wij hebben Google niet toegestaan de verkregen analytics informatie te gebruiken voor andere Google diensten.

 
 
0%
SLUIT SCHERM

Het is een wonder dat Teun er nog is

Teun Alferink

Teun Alferink oogt als een blije, vrolijke volle baby. Dat was vorig jaar zomer wel anders, toen hij met vierentwintig weken geboren werd en nog geen achthonderd gram woog. Sinds kort krijgt hij KinderThuisZorg voor het inbrengen van zijn sonde. “Dat we niet steeds naar het ziekenhuis moeten om zijn sonde te laten inbrengen, geeft veel meer rust in ons gezin.”

“Tijdens mijn zwangerschap van Teun was er nog niets aan de hand”, vertelt moeder Debbie Alferink. “Het zou kunnen dat een blaasontsteking de trigger is geweest voor het opwekken van de weeën maar dat weten we niet. De weeën begonnen met drieëntwintig weken. De bevalling was niet meer tegen te houden met weeënremmers en ik had vrij snel volledige ontsluiting. Gelukkig heb ik nog wel twee keer vierentwintig uur voor de bevalling corticosteroïden gekregen, de zogenaamde longprikjes. Dit medicijn helpt bij de rijping van zijn organen.” Teun werd geboren met 24 weken. In Nederland is dat de absolute ondergrens voor de behandeling van te vroeg geboren kinderen. Debbie: “Het was onvoorstelbaar, Teun woog  zevenhonderddertig gram. Ze meten kinderen niet op bij de geboorte maar hij was om en nabij vijfentwintig centimeter lang. Hij was net een klein kinderpoppetje, een skeletje zonder vet met een glazig huidje. Hij was duidelijk totaal nog niet klaar voor de wereld.”

Wonder

Dat Teun er nog steeds is, noemen zijn ouders dan ook een klein wonder. “Toen hij geboren werd, heeft hij nog zo’n vijf à zes weken aan de beademing gelegen en het ging vrij goed met hem”, vertelt Teun’s vader Arnoud Alferink. “Vanaf week drieëndertig begon hij flesjes te drinken en dit werd geleidelijk opgebouwd. Ook dit verliep voorspoedig. Totdat hij naar huis mocht. In het ziekenhuis had hij het RS-virus opgelopen, dat verkoudheid veroorzaakt. Bij prematuren kan het virus op de lagere luchtwegen slaan en ernstigere klachten geven. Dat gebeurde dus ook bij Teun.” Debbie: “Teun was net een dag thuis en zag heel wit. Hij had ook ondertemperatuur. De verpleegkundigen in het ziekenhuis hadden al tegen ons gezegd: koorts is gevaarlijk maar ondertemperatuur is nog gevaarlijker bij kinderen. Op een gegeven moment zakte hij helemaal weg na een voeding. Hij bleek zo verzwakt dat hij niet meer goed kon slikken; hierdoor was de voeding in zijn longetjes gekomen. We hebben hem moeten reanimeren en hij is met de ambulance naar het ziekenhuis afgevoerd. Daar hebben ze hem meerdere keren gereanimeerd en ze dachten aanvankelijk niet dat hij het zou halen. Dat was wel een absoluut dieptepunt in ons leven.”

Dagelijks oefenen

Teun houdt gelukkig geen blijvende schade over aan de reanimaties en het RS-virus. Wel heeft hij een lichte longbeschadiging opgelopen door de beademingsbuis, waar hij de eerste weken van zijn leven aan ligt. Omdat hij te vroeg geboren is, heeft hij ook intensieve fysiotherapie nodig, vertelt zijn vader. “Teun is nu 8,5 maand. Hij overstrekt zich iets meer dan een normaal kind en gooit dan z’n hoofd naar achter. Verder brengt hij de buitenkant van z’n handje aan zijn linkerarmpje omhoog in plaats van de binnenkant en heeft hij stijve beentjes. Omdat premature kinderen veel overstrekken, hielden we ‘m in het begin bol, om de houding in de baarmoeder na te bootsen. Daardoor heeft hij kortere spieren gekregen en nu oefenen we met hem om dat weer op te rekken.” Debbie: “We zijn dagelijks een uur met hem aan het oefenen en bewegen, om te zorgen dat hij soepel blijft.”

Voedingssonde

De verpleegkundigen van KinderThuisZorg komen bij de familie Alferink op afroep, om de voedingssonde van Teun te vervangen. “Na een aantal weken thuis dronk hij niet meer van de een op de andere dag”, vertelt Debbie. “Pasgeboren baby’s drinken door een zuigreflex en normaal gesproken groeien baby’s daar overheen en drinken ze zelfstandig door. Maar de kans bij een prematuur op problemen is veel groter, omdat ze niet weten hoe het moet. Hij krijgt nu sondevoeding en we moesten elke keer naar het ziekenhuis omdat hij de sonde eruit trok. Dat was best vaak, soms wel twee keer per week. Op een gegeven moment zeiden ze in het ziekenhuis: is het geen idee om thuiszorg aan te vragen? Dat hebben we dus gedaan.”

Arnoud: “Als Teun zijn sonde eruit trekt, bellen we KinderThuisZorg en die komen nog dezelfde dag langs. Dat is echt ideaal.” Moeder Debbie beaamt dit. “Het geeft veel meer rust in ons gezin. Nadat we bijna zeven maanden met Teun in het ziekenhuis hebben geleefd, waren we het ziekenhuis best wel zat. Nu kunnen we allemaal gewoon in onze eigen omgeving blijven.”

Toekomst

Teun’s ouders kijken met gemengde gevoelens terug op het afgelopen jaar. “Het was intensief, zwaar en zorgelijk”, zegt Debbie. “Maar ook wel bijzonder en mooi. Wij hebben hem er heel bewust doorheen geholpen, door liedjes te zingen en zijn handje vast te houden in de couveuse. Maar vierentwintig uur per dag zorgen nekt je. Daar kun je ook niet zelf uitkomen en daar hebben we gelukkig veel hulp bij gehad. Het leert je wel te genieten van het nu, het kan zomaar over zijn.”