Webdesign door Ontwerpbureau Twisted Stranger

Wij maken gebruik van cookies

Via onze website wordt een cookie geplaatst van het Amerikaanse bedrijf Google, als deel van de “Analytics”-dienst. Wij gebruiken deze dienst om bij te houden en rapportages te krijgen over hoe bezoekers de website gebruiken. Google kan deze informatie aan derden verschaffen indien Google hiertoe wettelijk wordt verplicht, of voor zover derden de informatie namens Google verwerken. Wij hebben hier geen invloed op. Wij hebben Google niet toegestaan de verkregen analytics informatie te gebruiken voor andere Google diensten.

 
 
0%
SLUIT SCHERM

De laatste dag

geschreven door Merle - Kinderverpleegkundige KinderThuisZorg

Vorig jaar zomer werd ik toegevoegd aan het team verpleegkundigen rond een kindje met een hersentumor. Hij is pas vijf. 

Bij binnenkomst zie ik een moeder, hangend over een rolstoel. Ik kom op een ongelukkig moment. Er wordt flink gespuugd in een bakje. Het jongentje kijkt omhoog en ik zie een bleek snoetje, zonder haren. Uit zijn neus komt een sonde. Hij kijkt me met waterige ogen aan. Onder die ogen zie ik dikke blauwe strepen.

Ik kom wekelijks bij het gezin en hij en ik worden dikke maatjes. "Merle, wanneer mag ik een keer bij jou komen logeren? Jij kan voor mijn slangetje (zijn neusmaagsonde) zorgen, opa en oma niet." Ik vertel hem dat ik best ver weg woon en ik lang niet zulk leuk speelgoed heb als hij. Hij neemt genoegen met mijn antwoord en speelt, trots op zijn speelgoed, tevreden verder. Maar de vraag blijft bij mij nog even hangen.

Nu zijn we bijna een jaar verder. Vandaag is mijn laatste dag bij dit gezin. Hij is uitgelaten kan niet wachten om morgen weer naar school te gaan. De 'zusters van de KinderThuisZorg' zijn ook op school niet meer nodig. Hij doet het geweldig. De klok tikt sneller dan normaal en mijn dienst is veel te snel voorbij. Ik loop naar buiten en hij loopt mee, want hij wil zwaaien naar mijn auto met de poppetjes er op. Ik zwaai nog een keer naar zijn moeder, die uitgeput maar dankbaar naar me lacht door het raam.
Als ik wegrijd, rent hij nog een stukje mee en ik blijf zwaaien tot ik de zon niet meer op zijn stralende blonde haartjes zie glimmen.

Ik kijk mezelf aan in mijn achteruitkijkspiegel en zie een traan. Ik hou me maar voor dat het een traan is van geluk, dat ik zo blij ben voor dit kereltje dat ik niet meer nodig ben en hij nu eindelijk kan gaan logeren bij zijn opa en oma.

Maar stiekem ga ik hem ook heel erg missen....